Beestachtig groene stad

Op 7 december 2018 organiseerde de gemeente Nijmegen en Vogelbescherming Nederland de conferentie ‘Samen voor een Groen en Gezond Nijmegen’ in het kader van Nijmegen, Green Capital 2018. Een ochtend vol lezingen en een middag vol werksessies. Op deze regenachtige dag kwamen diverse interessante weetjes en projecten langs.

Stadsvogels

“Het gaat niet goed met de stadsvogels in Nederland”

Een uitspraak waarmee dagvoorzitter Ron Vervuurt de dag begon en enkele sprekers ook naar refereerden. Dat was een nieuwsbericht dat die dag in verschillende kranten te vinden was. Jip Louwe Kooijmans van Vogelbescherming Nederland kon daarover meepraten. Zo vertelde hij dat vanuit trenddata tussen 1990 en 2017 blijkt dat het stedelijk oppervlak sinds 2000 juist wel stabiel blijft, maar het aantal woningen in Nederland neemt wel flink in aantal toe. Hij verwees vervolgens naar het idee van de ‘compacte stad’, dat wil zeggen zoveel mogelijk bouwen op een beperkt oppervlakte, wat recentelijk alom omarmd is. Goed idee, maar niet voor stadsvogels, met name de zogenaamde urbane specialisten (vogels die volledig aan de stad gebonden zijn; gierzwaluw, huismus, zwarte roodstaart). Waarom? Er zijn te weinig plekken waar ze hun nest kunnen maken, laat staan groene plekjes vinden om eten te vinden. Het gaat met name om de spreeuw, de merel en de huismus, maar ook de gierzwaluw houtduif, Turkse tortel en de staartmees hebben het moeilijk. Denk bijvoorbeeld ook aan de trend dat inmiddels 40% van de tuinen bestraat is. Op dit laatste fenomeen komt Albert Vliegenthart van de vlinderstichting nog terug in zijn presentatie met een experimentje om het effect van een groene tuin aan te tonen. Dit deed hij tijdens de hete zomer van 2018, waarbij hij de temperatuur van zijn – groene – tuin vergeleek met de betegelde tuin van de buren: bij hem was het 35 graden in de tuin, bij de buren 70 graden.

 

Vogeltellingen

Om inzicht te krijgen in de stadsnatuur, moet er gemeten worden, aldus Ruud Foppen (Sovon Vogelonderzoek Nederland; Radboud Universiteit Nijmegen en Vogelbescherming Nederland). Hij doelt dan vooral op de waarde van gegevens die vrijwilligers verzamelen. Specifiek licht hij het Meetnet Urbane Soorten (MUS) toe, waarbij op bepaalde momenten in het jaar (snapshots) geteld wordt door vrijwilligers op vaste plekken in de stad. Op die manier kun je een trend ontdekken. Daarnaast zijn er ook jaarrondtuintellingen waarbij alles wat je ziet in de tuin vastgelegd wordt. Ook die tellingen zijn zeker waardevol. Een aantal van die tel-projecten zijn: waarneming.nl; telmee.nl; liveatlas (nieuw project). Deze tel-projecten kunnen ook dienen, naast het idee van trends, als early warning systems. Via deze vrijwilliger data verstrekkers kwamen ze erachter dat het ineens erg slecht ging met de merel, die aan de ziekte Usutu leed. Het gevolg van de ziekte is dat de merel meteen doodgaat.

Gierzwaluw

Anders dan de naam misschien doet vermoeden (‘gieren’), is de gierzwaluw een hele nette vogel. Zo verteld Jochem Kühnen wanneer hij over de gierzwaluw verteld en hoe je natuurinclusief kunt bouwen. De gierzwaluw maken heel goed hun eigen nestkasten schoon. Ze eten ook de poep op van hun jongen, dus je hebt er geen omkijken naar. Daarop voortbouwend geeft hij aan dat er bij bouwprojecten en renovaties heel simpel aandacht besteed kan worden aan de gierzwaluw door speciale nestkasten in het metselwerk in te bouwen. Zo zijn er in een nieuwbouw woontoren in Nijmegen (Nimbus, nabij het station), ca 100 nestkasten ingebouwd en de gierzwaluw is er inmiddels gezien! Ook gaf hij aan dat grond van braakliggend lang je weer op de daken van de bebouwing kunt plaatsen. Juist in de grond van het braakliggende terrein waarop gebouwd gaat worden zitten na een paar jaar braakligging diverse zaden in die kunnen ontkiemen en voer zijn voor de vogels en andere dieren in de stad. Bijvoorbeeld vliegend bladluis is voer voor de gierzwaluw. Wil je zelf aan de slag, check dan deze checklist of deze voor de vogels.

Biomimicry

Bouwen en ontwerpen volgens voorbeelden uit de natuur. Dat is in het kort biomimicry. Zo zijn zonnepanelen ontstaan naar aanleiding van de vleugels van de vlinder, verteld Albert Vliegenthart van de Vlinderstichting. Hij vertelde over diverse projecten waaraan hij heeft bijgedragen en vooral dat je mensen moet zien te enthousiasmeren om meer duurzaam en vooral groener te bouwen of in te richten. Dat ook bedrijven voordeel kunnen hebben aan, bijvoorbeeld groene daken. Belangrijk is het voordeel voor een bepaald bedrijf inzichtelijk te maken, zo bleek bij een organisatie die een groen dak had laten aanleggen de airco, zelfs in de hete zomer van 2018, volledig overbodig te zijn. Nu zou je kunnen denken dat zonnepanelen op daken concurreert met het idee van groene daken. Echter, het blijkt zelfs dat het rendement van zonnepanelen op groene daken groter is ten opzichte van bitumen daken. Tot slot wist Rob van Westrienen van Natuurplaza de voorgaande lezingen aan elkaar te verbinden door weer terug te komen op het belang van waarnemingen die kunnen dienen om soorten ook te beschermen: actieve bescherming.  Een combinatie van passieve bescherming (via beleid en wetgeving) en actieve bescherming zal altijd gezocht moeten worden is zijn advies.

 

Werksessies

De werksessies zagen er veelbelovend uit. Toch heb ik ze helaas moeten laten schieten. Mochten anderen ervaringen hebben met betrekking tot de sessies, dan ben ik erg benieuwd naar de uitkomsten! De sessies waaruit gekozen kon worden waren: Natuurinclusief bouwen; Nijmeegse Natuurparels; Burgerbetrokkenheid Bloemendal en Park West als voorbeeld voor de stad; Versterken van de Nijmeegse groenstructuur; Plantkeuze in de stad; Tegels eruit, plant erin.

Kanttekening

Net als bij de dierendialoog eind november, waren hier veel professionals aanwezig. Of vrijwilligers die al nauw verbonden zijn met de projecten en de onderwerpen die besproken werden. Met andere woorden: specialisten. Terwijl ik denk dat juist mensen die nauwelijks verstand hebben van hoe je je eigen omgeving groener of in ieder geval bewuster in kunt richten voor vogel, vlinder, insecten, andere dieren en planten, veel gehad zouden hebben aan de gegeven lezingen en aangedragen mogelijkheden in de ochtend. Als niet-vogelaar ben ik bijvoorbeeld toch meer te weten gekomen over de gierzwaluw en welke simpele praktische maatregelen wel en niet werken.