Waar staat het dier?

Of loopt het, of vliegt ze, of zwemt hij, of ligt het? Dieren. Ze zijn overal om ons heen. En wat vinden wij Nederlanders daar eigenlijk van? Dierenwelzijn en het hele maatschappelijke debat daarover, dat stond centraal op 14 februari op het landgoed Duin- en Kruidberg te Santpoort.

Daar werd namelijk het 25 jarig bestaan van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) gevierd tijdens het congres ‘De Staat van het Dier’.

Welke Staat?

De titel van het congres is leuk en slim gekozen. De dag begon dan ook met de presentatie van de resultaten van een enquête die onder Nederlanders gehouden was over dierenwelzijn. Dus in die zin slim gekozen. Maar de ‘Staat’ is met een hoofdletter geschreven. Ik vermoed dat dat niet voor niets is gedaan. Voor mij verwijst dat naar de gedachte dat dieren hun eigen staat, hun eigen land, hun eigen gebied, of hun eigen – dierenrijk –  creëren. En…gezien het onderwerp over dierenwelzijn en enkele discussies op het congres, dat dieren ook recht hebben op hun eigen staat/land/rijk/gebied, is het slim gekozen. Maar juist het idee om dieren hun eigen “staat” te geven, daarin zit ook een gevaar. Daarmee plaatsen we alsnog dieren buiten ons mens-zijn, buiten wat wij vinden dat alleen voor mensen bestemd is. Zeker in het geval van wilde dieren, welke mijn interesse hebben, blijven we dan denken in kaders dat wilde dieren buiten de stad wel mogen voorkomen (voor sommigen nog liever in Afrika, Azië, of Rusland), maar in de stad niet. Helaas gaat dat tegenwoordig niet meer op. Overal om ons heen zijn wilde dieren. Hoe daar mee om te gaan? Daar heb ik zo mijn ideeën over, en de RDA heeft daar ook wat over nagevraagd.

Dierenwelzijn van wilde dieren ‘wat vooruitgegaan’

Het publieksonderzoek liet zien dat het dierenwelzijn van natuurdieren ‘wat’ vooruitgegaan was in de afgelopen 10 jaar. Dat blijkt onder meer uit de hoeveelheid oppervlak die er voor natuurdieren is bijgekomen in dit tijdsbestek. En dat de kennis over de ecologie en het gedrag van de natuurdieren is toegenomen. En dat is mooi. Wel is de meeste van deze kennis vooral kennis over populaties van de dieren. De kennis over individuele dieren en zelfs families van dieren, daar is nog veel van onbekend. En dat is een aandachtspunt dat ik nog mis voor de toekomst. Wel werd aangegeven dat er meer aandacht moet zijn voor verschillen per diersoort. Wat al een hele stap is. En vervolgens was een ander genoemd aandachtspunt dat de leefomgeving blijvend onder druk staat. Hoe die leefomgeving dan gedefinieerd en ingevuld gaat worden, daar ben ik dan wel benieuwd naar. Namelijk, is dat de leefomgeving voor mens versus dier? Of de leefomgeving voor mens EN dier samen? Het lijkt zo simpel, maar deze basis gedachte is wel belangrijk om scherp te hebben alvorens je met elkaar verder in gesprek gaat. En omdat één van de conclusies van het congres is om juist met elkaar in gesprek te gaan en met elkaar te verbinden, is het wel belangrijk hoe ieder die ‘omgeving’ ziet, en daarmee waar je mens dan wel dier plaatst.

Iets over last

Wilde dieren kunnen ook wel eens dingen doen die wij niet zo fijn vinden. Uit de publieksenquête blijkt dat 25% het helemaal gerechtvaardigd vindt om in te grijpen wanneer vogels en zoogdieren voor de mensen overlast geven. 35% is het daar echter totaal mee oneens. Dat is best een grote tegenstelling! Vervolgens vindt 34% het helemaal prima om muizen te vergiftigen, en 27% is het daar niet mee eens. Lastige dieren, het blijft een lastig onderwerp. Of is het eigenlijk heel simpel? Eigenlijk wel. Een enquête laat natuurlijk nooit het achterste van iemands tong zien. Je weet niet op basis van welke argumenten iemand ervoor kiest het ene dan wel het andere in te vullen. Wel geeft het een indruk dat er verschillende inzichten en meningen bestaan over wilde dieren, gehouden dieren, dierenwelzijn, etc. En ze zijn allemaal even waar. Zolang je begrijpt waar ze vandaan komen, kun je samen aan oplossingen werken. Die waarschijnlijk niet voor iedereen ideaal is: mens en dier. Creativiteit zal dan ook nodig zijn om met deze “lastige kwesties” om te gaan.

 

Taal, grammatica en luisteren

Eva Meijer gaf terecht aan dat we eigenlijk ook een schaduw enquête zouden moeten houden onder de dieren. Wat zou daaruit komen? Een bizarre actie zou je misschien in eerste instantie denken. Echter, dieren communiceren onderling ook. En hebben vaak een veel ingewikkeldere grammatica dan wij ooit zouden kunnen begrijpen. En over die ‘taal bij dieren’, of noem het ‘communiceren’, is nog heel veel onbekend. Eva verwees onder meer naar de Russisch Amerikaanse onderzoeker, Con Slobodchikoff, die al ruim 25 jaar onderzoek doet naar de taal van prairiehonden.  Ze maken bijvoorbeeld specifieke geluidjes om aan te geven wat voor soort gevaar er dreigt. Ook insecten gebruiken hun eigen grammatica via geurpatronen. Kippen kunnen ook mensen herkennen en ze communiceren onderling of het Piet, Jan of Mies is die hun eten komt geven. Pas vervolgens op met die ene foto van jezelf waarop je heel boos kijkt. Stuur hem niet door naar je paardenvrienden die deze foto aan hun paard zouden kunnen laten zien. Want ga je vervolgens een keer gezellig borrelen en is dat paard nabij, dan zal dit paard verschrikkelijk bang voor je zijn. Ook al lach je volop op dat moment.

Relatietherapie

Wij mensen gebruiken onderling volop taal. Onze taal zit vol met vooroordelen wanneer we het over de dieren om ons heen hebben. Denk alleen maar aan ‘probleemdier’, of meer algemeen ‘ondier’. Dat is net zoiets als ‘onkruid’, je krijgt er meteen een vies en naar idee bij en dus de gedachte: ‘weg ermee’.  Wij mensen houden immers niet van problemen, problemen moeten opgelost worden. Alleen we gaan niet naar de psychiater met deze dieren, terwijl dat wellicht een idee zou kunnen zijn, wanneer we doordenken in de lijn van Eva Meijer. Immers ieder dier heeft zijn haar eigen taal en wij – mensen – begrijpen deze dieren vaak niet. Soort van relatietherapie dus, maar dan tussen mens en dier. Misschien toch wel wat extreem. Echter, denken als ‘ondier’, is ook extreem, omdat dan alles gerechtvaardigd lijkt te zijn om de dieren maar uit de weg te ruimen. Een middenweg: is die er? Ik denk het wel. Ik ben benieuwd wat er bij de gesprekstafels over dierenwelzijn ter discussie komt te staan. Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid gaf aan dat ze deze gesprekstafels dit voorjaar/zomer van plan is te gaan houden.

Gedurende de dag waren er ook enkele ‘break-out’ sessies. Dat waren sessies waarin ‘schurende kwesties’ besproken werden. Ik was bij twee van deze kwesties aanwezig:

‘Dieren zijn net mensen’

Eén van de stellingen die hier ter discussie stond: “Wij moeten van ethologen leren hoe en met welk doel dieren zich gedragen/ wanneer dieren het goed hebben en ons minder laten leiden door antropomorfisme” Van de aanwezigen was 95% het eens met deze stelling. Maar er waren ook kritische kanttekeningen in de zaal. Want wie zegt dat ethologen het allemaal wel weten? Een etholoog in de zaal gaf aan dat ethologie een evoluerende discipline is. Er komt steeds meer kennis bij, maar ethologen weten zeker nog niet alles. En daarom is het vooralsnog wel noodzakelijk om in sommige vallen vanuit ons, mensen, te redeneren. Dat is het beste alternatief wat we dan hebben. En ja, dan ligt antropomorfisme op de loer. Een andere kritische noot kwam van een dierenarts. Die gaf aan dat ethologen dit allemaal best kunnen, maar mensen uit de praktijk kunnen ook heel goed het gedrag van dieren inschatten. ‘Juist omdat we er intensief mee te maken hebben’. Zoals een boer ook aangaf ‘het is een plicht om de dieren te leren kennen voordat je een oordeel vormt over wat goed en slecht is’. Dat gaat zowel over bijvoorbeeld de omgang tussen koeien en boeren, maar ook over honden die een hele dag in een bench zitten voor de hele presentatie zie hier).

‘De Natuur: een sprookje?!’

In deze sessie werden we teruggeplaatst in een hele basale discussie ‘wat is natuur?’. Daarover zijn al boeken vol geschreven, net zoals ‘wat is biodiversiteit’ en ‘wat is invasiviteit’. Eens worden was gelukkig niet het doel, wel inzicht krijgen over de verschillende invullingen. Al een hele leuke is de titel van deze break-out, waarbij Natuur met een hoofdletter geschreven staat. In mijn beleving is er niet zoiets als ‘een natuur die we volledig kunnen begrijpen’, iets dat buiten ons staat, onafhankelijk van ons. Wij zijn onderdeel van die natuur, en natuur is iets dat continu in beweging is en veranderd. Kortom, zeker niet iets ‘statisch’ of buiten ons geplaatst. Net zo min als de wilde zwijnen die aangehaald werden in het introductie praatje van deze sessie. Die zijn feitelijk al overal om ons heen te vinden. Is dat wenselijk? Nee, voor velen niet. Vooral de vraag ‘hoeveel willen we er dan?’, die ook langs kwam, tja, dat vond ik vooral de verkeerde vraagstelling. De vraag moet zijn: waar willen we ze dan? Wanneer ik een wild zwijn zou zijn, zou ik de vraag stellen ‘laat alsjeblieft duidelijk aan mij weten waar ik wel en waar ik niet mijn gang mag gaan, want ik snap er niets van’.